Kerstfeest bij ons

Gepubliceerd op 25 december 2025 om 09:26

Kerstfeest bij ons. Bij ons, ja.
Zoals altijd. Een traditie die ik, zolang het enigszins kan, met hand en tand blijf verdedigen. Acht man aan tafel. Dat is perfect haalbaar.

Tenminste, zo zou het moeten zijn. Op papier. In een leven zonder rafelrandjes.

Vroeger was koken voor mij geen taak, maar een soort choreografie. En puur plezier. Ik deed dat à la minute, zonder plan op papier, zonder lijstjes, zonder paniek. Een stuk vlees dat precies op tijd de juiste korst kreeg, een sausje dat ondertussen rustig stond te pruttelen alsof het alle tijd van de wereld had, één of twee groenten die elk hun eigen behandeling verdienden. En ondertussen — alsof het niets was — nog een apart vegetarisch gerecht voor onze dochter, FODMAP-proof uiteraard, want het leven moet ook voor haar verteerbaar blijven.
Twee soorten kroketten, want ja, de dochter... die met hun eigen timing exact op het juiste moment uit het vet moesten komen. Alles warm. Alles samen. Alles vanzelfsprekend.
Ik deed dat zonder zweten, zonder vloeken, zonder dat knagende gevoel dat het elk moment uit mijn handen kon glippen.

Maar nu.
Pfff.

Nu hangt er aan koken stress vast. Niet omdat het technisch moeilijker is geworden — een pan blijft een pan — maar 't is gewoon dat hoofd dat sneller overloopt dan een sauspan op te hoog vuur. Te veel prikkels tegelijk. Te veel dingen die nu moeten gebeuren. Te veel momenten waarop ik voel dat het overzicht mij kan ontglippen. En dat gevoel alleen al is genoeg om me onrustig te maken nog vóór er één fornuisvlam brandt. Alsof mijn lichaam al weet dat het mis kan gaan, en daar preventief op reageert.

Gewoon een van die vele nevenwerkingen. Niks spectaculairs. Geen bijsluiterdrama. Gewoon zo eentje die zich stilletjes in je leven nestelt en daar dingen begint te herschikken zonder veel lawaai te maken. Tot je plots merkt: verdorie, zelfs koken is niet meer wat het geweest is.

Dus heb ik mij aangepast. Je moet wel. Het koken is fundamenteel veranderd. Zo weinig mogelijk op het moment zelf. Zo veel mogelijk op voorhand. En het menu volgt braafjes die nieuwe logica, of ik dat nu charmant vind of niet.

Stoofschotels zijn een zegen geworden. Een fricassee ook. Dingen die je daags voordien maakt, die zelfs beter worden als ze een nachtje mogen nadenken in de koelkast. Voor onze dochter staat er een apart stoofpotje klaar, ook dat al lang op voorhand afgewerkt. De soep is dagen of weken geleden gemaakt en zit nu geduldig te wachten in de diepvries, samen met de appelmoes. Het dessert — een biscuit — is ook iets voor de dag ervoor.. Zonder tijdsdruk. Zonder publiek. Zonder dat er ondertussen zes andere dingen om aandacht riepen.

Het is efficiënter. Rustiger. En eerlijk: het werkt.

Tenminste… meestal.

Dit jaar dus niet.

Ik had kalfsfricassee gepland. Dat is altijd goed. Dat is zo’n gerecht dat niemand ooit hatelijk aankijkt. Zacht, vriendelijk, vergevingsgezind. Kerst in sausvorm.

Dus maandagmiddag naar de winkel. Want zonder kalfsvlees, tja, wordt kalfsfricassee eerder een filosofisch concept dan een gerecht.
En daar begon het.

Geen kalfsvlees.
Niet in de Jumbo.
Niet in de Albert Heijn.
Niet in de Aldi, Lidl, Rensmans of Vleesmeester
Niet in de Carrefour.
Niet in de Colruyt.

Nergens.
Uitverkocht. Of “tijdelijk niet in het assortiment”, wat supermarktentaal is voor: zoek het maar elders, vriend.
Heel Wommelgem en directe omgeving bleek collectief besloten te hebben dat kalf deze kerst geen optie was. Alsof er een geheime boycot liep waar ik niet van op de hoogte was.

Goed. Plan B dan. Je moet flexibel blijven, zeggen ze. Dus: varkensvlees. Varkenshaas. Het beste stuk van dat beest. Dat klinkt geruststellend. Luxe zelfs. Dat zal wel lukken.

Niet dus.

Voor de kookklunzen onder ons — en ik reken mezelf daar nu noodgedwongen bij — varkenshaas is mager vlees. En mager vlees dat gestoofd wordt doet maar één ding: het wordt harder. Niet zachter.  Het eindresultaat had de textuur van een goedbedoelde schoenzool. Eetbaar, technisch gezien, maar niet iets waar je mensen met kerst mee wil verrassen. ChatGPT heeft daar een heel geleerde uitleg voor

Dinsdagmiddag dus opnieuw op strooptocht. En kijk: varkensstoofvlees gevonden. Eureka.
Of toch niet.
Want dat was van de regen in de drup. Dat vlees had duidelijk een zwaar leven achter de rug en weigerde koppig om nog enige vorm van malsheid te overwegen. Het kauwen alleen al was een volwaardige activiteit.

Dus woensdagochtend. Nog eens. Nog één keer. Met een koppigheid die ik vroeger alleen voorbehouden had aan ideologische discussies. En jawel. Eindelijk. Kalfsvlees. Echte kalf. Ik had het bijna geknuffeld in de winkel. Hallelujah.

En het was perfect.
Zacht. Romig. Zoals het hoort. Kerst op een bord. Feest geslaagd.

Eind goed, al goed, zeggen ze dan.
Dat zal wel. Twee dagen lang rondrijden van winkel naar winkel, elke keer opnieuw die parking op, die kar uit, die gangpaden door, weer thuis, weer denken, weer rekenen, weer beginnen. En tussendoor koken, potten op en af, vlees erin, vlees eruit, proeven, twijfelen, nog eens proeven, nog eens twijfelen. Mijn hoofd liep voller dan de afwasbak en mijn lijf hield ergens halverwege gewoon op.

Wie zei er ook alweer iets over koken zonder stress. Ik was stikkapot. Nu  nog,  Niet dat voldane moe, maar dat soort moe waarbij zelfs zitten moeite kost en je blij bent dat niemand nog iets vraagt.

Zelfs geen tijd gehad om een blog te schrijven.

Maar goed. In de diepvries ligt nu wel genoeg fricassee om het hele jaar verder te kunnen. En voorlopig hoeft er even niets meer.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.