
Hoe je de boodschap aan je schoonmoeder brengt
Of: waarom een bos bloemen soms veiliger is dan de waarheid
Laten we eerlijk zijn: er zijn makkelijkere dingen in het leven dan je schoonmoeder vertellen dat je kanker hebt. Zoals een coloscopie zonder verdoving. Of kerst vieren met de familie van je vrouw. Of proberen uit te leggen wat prostaatkanker met uitzaaiingen betekent aan iemand die denkt dat uitzaaiingen iets zijn dat je in de tuin verwijdert met een schoffel.
Want je schoonmoeder bedoelt het goed, heus waar. Maar dat is net het gevaar.
Les 1: Vermijd het woord 'kanker'
Zeg bijvoorbeeld:
– “Ik zit even in een lastig traject.”
– “Ze volgen iets op.”
– “Ik moet naar het ziekenhuis, maar alleen preventief.”
Gebruik zeker niet:
– “Ik heb kanker.”
– “Uitgezaaid.”
– “Onomkeerbaar.”
Dat zijn woorden die de hersenpan van je schoonmoeder binnenkomen als een glasscherf in een kom soep.
Waarom? Omdat ze dan ‘instort’, of zich ‘schuldig voelt’, of oprecht probeert te helpen met kurkuma, cannabisolie en de homeopaat van de nicht van de kapper van haar bridgevriendin.
Les 2: Bereid je voor op de reactie
Er zijn doorgaans drie standaardtypes:
-
De Panieker
"O nee! O NEE! Wat moeten we doen? Heb je al een tweede opinie? Je mag niet opgeven hè, je moet vechten!"
(Vertaling: Ik ga me hiermee bemoeien tot je smeekt om euthanasie.) -
De Spirituele Gids
"Alles gebeurt met een reden. Misschien moest je dit meemaken om jezelf terug te vinden."
(Vertaling: Ik heb net een nieuwe yoga-app en jij wordt mijn project.) -
De Praktische Zus
"Maar wie gaat dan nu het gras afrijden? En wat moet je vrouw nu zonder jou? Wil je dat ze er alleen voor staat?"
(Vertaling: Ik ben vooral bang dat ik straks meer moet doen.)
Les 3: Houd het bij kleine porties
Gooi niet ineens het hele ziekenhuisdossier op tafel. Begin met iets als:
– “Ik moet wat onderzoeken laten doen.”
– “Ze hebben iets gezien dat ze in de gaten willen houden.”
En dan, als ze niet in huilen uitbarst of begint te bellen met de halve parochie, kun je misschien opbouwen naar:
– “Het is ernstig, maar ik word goed opgevolgd.”
Niet zeggen:
– “Ik weet niet hoe lang ik nog heb.”
Tenzij je het leuk vindt dat ze in jouw plaats begint te rouwen, inclusief het bestellen van een grafkrans met spellingfouten.
Les 4: Gun haar de illusie dat ze helpt
Laat haar soep maken. Of cake. Of sokken breien. Zeg desnoods dat haar wortelpuree de bijwerkingen van de chemo vermindert.
Waarom? Omdat dat haar manier is om met onmacht om te gaan. En eerlijk? Het is beter dan een boeddhistisch beeldje van de Action dat je ‘heling’ zou brengen.
Les 5: Vergeet niet wie jij bent
Jij bent de zieke, niet zij. Jij bepaalt wat je zegt, wanneer je het zegt, en hoeveel je deelt. Een schoonmoeder kan veel zijn — een troost, een last, een spion in dienst van je vrouw — maar ze is niet je behandelend arts.
Dus: zeg het op jouw manier, op jouw moment. Met humor als dat kan, met tranen als dat moet.
En als het écht misgaat?
Dan stuur je gewoon een kaartje. Anoniem. Met enkel de woorden:
“Lieve mama, ik wil je iets vertellen. Meer volgt binnenkort. Liefs, je schoonzoon met kanker.”