Gerwijde geschiedenis
Hieronder vind je de volledige tekst uit de twee afbeeldingen, in de juiste volgorde samengevoegd:
17 apr 2025 21:27
Hieronder vind je de volledige tekst uit de twee afbeeldingen, in de juiste volgorde samengevoegd:
15 apr 2025 05:49
Terwijl ik hier weer zit te mijmeren achter mijn computer, merk ik dat mijn gedachten teruggaan naar de reis die me tot dit moment heeft gebracht. Het zachte gezoem van de PC vormt de achtergrond van de vele emoties die in me opwellen. Kanker—zo'n klein woord voor iets dat zo'n diepe impact heeft op iemands leven. In de palliatieve zorg zijn, heeft me een nieuw perspectief gegeven op de kwetsbaarheid en de schoonheid van het bestaan.
12 mrt 2025 20:50
Schrijven is voor mij geen bezigheid meer, laat staan een hobby. Het is een manier van overleven geworden, een soort ademhalen met inkt in plaats van zuurstof. Alsof er diep vanbinnen een zenuwachtig diertje huist, dat enkel tot rust komt wanneer ik woorden op papier zet, netjes in het gelid of juist slordig en struikelend — zolang ze maar naar buiten mogen.
17 jan 2025 04:46
Soms, wanneer ik ’s morgens wat te enthousiast slurp aan mijn cappuccino en een wolkje melk in mijn neus krijg, glijdt mijn blik vanzelf naar buiten, en moet ik denken aan dat blogje dat ik onlangs schreef over het verdwenen Wommelgem — over de velden, de Keer en al dat moois dat onder asfalt verdwenen is — en precies daardoor komen er weer herinneringen boven aan een nog ouder Wommelgem, het Wommelgem van vóór de bulldozers, van vóór de ringwegen, van vóór iemand op het idee kwam dat natuur eigenlijk bouwgrond was. En dan zie ik mezelf weer als klein ukkie naast pa Willy aan de waterkant, op die vesten waar nu de ring van Antwerpen als een betonnen slangenhuid door het landschap schuurt.
22 dec 2024 23:45
22 dec 2024 23:38
22 dec 2024 23:35
22 dec 2024 23:27
Soms overvalt het me. Die gedachte dat ik ooit moet stoppen met joggen, stoppen met schrijven, stoppen met ademen — en dat er dan dingen overblijven die ik nooit gezegd heb.
22 dec 2024 23:27
Hoe spreekt de wereld tot mij? Soms lijkt het alsof ze tot me spreekt als een dichter, met metaforen die zich ontvouwen in mijn gedachten. Andere keren is het alsof ik haar hoor als een zangeres, in de vorm van melodieën die de lucht vullen. Misschien is het de taal van een wetenschapper die ik opvang, gevangen in formules, of die van een wiskundige, gestructureerd in vergelijkingen. Maar vaker nog is het de fluistering van het leven zelf die tot me komt, via de wind die door de bomen ruist, via mijn eigen weerspiegeling op het rustige oppervlak van een rivier, of via een regendruppel die glinstert op een bloemblaadje in het zonlicht.
3 sep 2024 00:01
De Poëzie van het Alledaagse
2 sep 2024 23:46
Mijmeringen in de Regen
2 sep 2024 23:43
1 sep 2024 13:53
Wij zullen winters meemaken, we zullen lentes meemaken Niets zal ooit deze gelofte kunnen ontbinden Ik zal kettingen van tederheid voor je vlechten Ja, dat beloof ik je Wij zullen terugkeren naar dat strand Wij zullen weer lopen op het zand Dat ons vandaag van een bed voorziet Wij zullen dit moment herleven Samen Samen Onder dezelfde zon In het hart van dezelfde hemel Samen Samen Zullen we terugkeren Op een dag zullen we terugkeren Wij zullen terugkeren naar dat strand Opnieuw de golven horen, toevertrouwd aan onze verliefde harten, het romantisch lied van de zee Samen Samen Onder dezelfde zon In het hart van dezelfde hemel Samen Samen Zullen we terugkeren Op een dag zullen we terugkeren Samen...
1 sep 2024 13:52
1 sep 2024 11:37
Mr. Willy zat weer eens diep in gedachten verzonken achter zijn computer. Zijn vingers rustten op het toetsenbord, maar zijn geest dwaalde af naar een plek die buiten de grenzen van het aardse ligt. Zou er echt een hemel bestaan? De vraag kwam telkens weer bij hem op, als een fluistering die zijn ziel raakte. Hij sloot zijn ogen en liet zich meevoeren door de woorden van een gedicht dat hij eerder had gelezen, een gedicht dat de sluier tussen het aardse en het hemelse leek op te lichten.
1 sep 2024 08:50
Een woedende storm huilde buiten de nacht dat ik afscheid nam van mijn grootmoeder van vaderskant. Het telefoontje kwam om middernacht en mijn zussen en ik reden in de huilende duisternis naar de andere kant van de baai, waar ze in een ziekenhuisbed lag, omringd door haar familie. Haar kinderen. Haar kleinkinderen. Haar achterkleinkinderen. Ze werd geliefd omdat ze ons leerde lief te hebben met de genegenheid die ze ons gaf. Ze hield van ons met heel haar hart. Haar kinderen groeiden op tot liefdevolle ouders. Haar oudste zoon, mijn vader, was de meest toegewijde van allemaal. Voor mij tenminste. Ik ben zijn eerstgeborene. Ik werd geboren in het voorjaar van 1980. Ongetwijfeld een koude lente. Elke lente in IJsland is een roadtrip van koud naar koel. Warme dagen zijn schaars. Maar mijn vader heeft een warm hart. Een liefdevol hart dat tot leven kwam toen ik werd geboren. Ik was zijn kleine meisje en ik wist altijd dat hij van me hield. Ik was zijn doel. Zijn passie. Tot ver in zijn volwassenheid was hij meer dan een toegewijde ouder. Hij was mijn vertrouweling, mijn vriend, de vader die elk kind zou moeten kennen. Hij gaf mij de wereld.
1 sep 2024 03:39
In mist gehuld staat de oude man,leunt op zijn kruk, gebogen en broos.Zijn grijze haren vermengen zich stil,met witte kleren die de aarde kussen.
2 aug 2024 07:30
Eens in de zoveel tijd is het weer zo ver, dan mag ik door omstandigheden alleen de boodschappen doen. Normaal gaan we elke week met ons tweeën, maar vandaag dus even niet.Met de auto naar Raalte gereden, dat is ongeveer tien kilometer verder en de parkeerplaats opgezocht naast de winkel. Geen probleem om 10 km te gaan hardlopen, maar 20 m op de parking, das veel te ver .. Een parkeerkaart uit de automaat getrokken en voor het raam gelegd. De lege flessen uit de kofferbak neem ik mee onder mijn arm, nadat ik de auto op slot heb gedaan en mijn winkelmuntje in mijn andere hand heb genomen.De Aldi is de eerste winkel die ik aandoe. Het begint met de frisdranken, als ik met een leeg karretje de winkel binnen ben gereden. Vervolgens pak ik het brood en cross door naar de volgende rij.Dat is meestal de moeilijkste rij. Je hebt nog voldoende ruimte in de kar. Links begin je met het fruit, maar rechts heb je de voordeelartikelen uit de Aldikrant. Het zijn vaak de handige gereedschappen of hulpmiddelen voor in de huishouding, die je niet altijd nodig hebt. Toch is de verleiding altijd groot. Gelukkig is mijn vriendin altijd nuchter hierin en vraagt dan liefjes:“Wanneer gebruik je dan zoiets schat?”Drie schrijfmappen met honderd uitscheurbare A4 formaat met lijntjes. Altijd handig als je voor de verhalensite een verhaal wil schrijven. Twee euro is niet veel en het ligt al zonder te veel nadenken in de kar. Ik heb de verleiding weer niet kunnen weerstaan. Even later zet ik twee pakken melk en een pak suiker in mijn karretje. Volgende rij. Nu liggen de handige dingen aan mijn rechterkant. Hondenvoer en broodbeleg pak ik uit de linkerrij en toch kijk ik vanuit mijn ooghoek weer naar rechts. Toch is het een koopje hoor bedenk ik me nog en een tweede pak schrijfmappen volgt in mijn kar.Volgende rij en de versnaperingen volgen. Hamburgers en frietjes uit de vriezer glippen uit mijn handen en liggen zomaar in mijn kar. Dat vind ik wel lekker zo na een hele week ’s middags brood eten. Snel loop ik even terug naar de brood afdeling voor bolletjes, die horen nu eenmaal bij een hamburgertje speciaal.De laatste rij is voor de schoonmaakmiddelen, vuilniszakken en de lege flessenautomaat. Ik noem het de pletautomaat. De lege flessen worden na inworp, een voor een verpletterd. Niet te snel achter elkaar, want je moet het groene lampje afwachten. Doe je dit niet, dan klinkt er een luid alarm en zie je een rood kruis. De eerste keer schrok ik van het alarm, het leek wel of je een groot crimineel bent en zonder betalen de winkel uitloopt. Nu ben ik beter op mijn hoede en na het uitspuwen van het flessenbonnetje ga ik keurig in de rij staan bij de kassa. Een volle kar voor mij wordt uitgepakt en de band stroomt vol. Opa Jansen is vooraan bij de kassa nog aan het afrekenen en telt zorgvuldig zijn wisselgeld. Hij kan maar niet wennen aan de pin en haalt elke week zijn geld nog contant, zolang het nog kan.“Hallo mijnheer, wilt u even een plankje geven” vraag ik vriendelijk aan mijn voorganger? Na aanreiking leg ik deze leg ik achter zijn boodschappen. De man hoeft tenslotte niet mijn boodschappen er bij te betalen.“Au”, roep ik en kijk om wie er met de winkelwagen tegen mijn enkel rijdt.“Sorry”, hoor ik de dame zeggen. Ik zie dat de twee vermoedelijk Afrikaanse vrouwen weer druk met elkaar in gesprek raken, in een taal die ik niet versta. Ze zijn wel prachtig gekleed in hun kleurrijke kleding.Een voor een pak ik langzaam de artikelen uit de kar en leg deze op de lopende band. Het tussenschotje leg ik achter mijn boodschappen en doe een pas naar voren, zodat ook de dames hun boodschappen op de band kunnen leggen. Voor de tweede keer vinden ze het blijkbaar nodig om met hun kar tegen mijn enkel te botsen. Weer komen ze er met een ‘sorry’ er van af. Zodra het kan stap ik verder naar voren, maar gun de man voor me zijn privé bij het betalen met de pinpas.“Andersom meneer, de magneetstrip moet aan de andere kant.” Geduldig wacht de caissière net als ik op hem. Waarschijnlijk doet hij niet zo vaak de boodschappen, want enkele dingen moet hij na die tijd nog in de kar pakken. Weer wordt ik van achteren aangereden op de enkel. Ik bedenk me geen moment meer en duw mijn buik iets naar voren. Vol kracht plaats ik mijn achterwerk in de achteruit tegen de kar van de dames. Deze schiet wel een halve meter achteruit en schitterende fonkelende ogen kijken mij verontwaardig aan. Maar voordat ze ook maar iets kunnen zeggen, schiet ik uit mijn slof.“Veilig Verkeer Nederland is een landelijk campagne gestart, daar waar bumper kleven in de ergernis top tien staat. Drie keer weet u al mijn enkels te raken, maar nu is het genoeg. Twee seconden afstand luid dan ook het advies, zelfs bij de Aldi.”Proestend scant het meisje achter de kassa mijn artikelen en ik leg ze vervolgens in de kar, als ik aan de beurt ben. O ja, mijn flessenbon mag er nog van het totaal af.“Dat hebben ze wel vaker hoor”, fluistert ze me nog toe met nog ingehouden pret. “U heeft het in ieder geval leuk aangepakt.”“Ik hoop dat ze er van hebben geleerd, dat zou ik nog fijner vinden. Een goed weekend alvast.” Met de kar rij ik naar buiten en pak alles in de auto. Nu de C 1000 nog. Wie weet wat voor verrassingen ik daar nog tegen kom?
27 jul 2024 21:23
27 jul 2024 21:17
27 jul 2024 21:14
Ik werd geboren uit rivierklei. Al is het nog zo lang geleden, ik herinner me die dag als was het gisteren.Het riviertje waarin mijn klei rustte was diep noch breed. Het rustige water was een prettige speelplek voor de twee kinderen, alleen niet op die druilerige dag dat zij mijn klei met een emmer en een schep uit de wallenkant haalden en naar het huis zeulden. Natte klei is behoorlijk zwaar moet je weten, zeker voor kinderen van een jaar of tien.Het was zomer maar nat; het had al dagen gemiezerd. De kinderen brachten hun vakantie door in het grote huis van hun oma en opa, niet ver van het riviertje, en ik heb nu zo het vermoeden dat ze niet meer wisten hoe ze die lange grijze dagen moesten doorkomen. Zij verveelden zich en, tja, toen werd ik gemaakt.De kleine handen die mij kneedden waren enthousiast maar beslist niet kundig. Terwijl ze mij langzaam een vorm gaven hadden ze dikke pret maar kibbelden ze over hoe groot dit, hoe breed dat. Als ik het gekund had, dan zou ik hen gezegd hebben: groot of breed, lang of dun -- haal alsjeblieft die steentjes uit mijn klei!Ik hoor het de jongen nog zeggen: 'We doen het net als bij een sneeuwpop', en ik dacht: het zal toch niet waaáár zijn? Ze gaan een pop maken? Wat een naar idee zeg, van klei kan je tenslotte van alles maken, waarom moet ik dan een pop worden?Wel ... uiteindelijk werd ik inderdaad een soort pop. De kinderen noemden mij een tuinkabouter. Toen ik na een paar dagen voldoende gedroogd was werd ik beschilderd; ze konden het niet eens worden over welke kleur, dus kreeg ik laag over laag. Nu was mijn broek groen, dan rood, en ten slotte blauw. Zo ging het ook met de rest van mij. Hun grootvader had bussen verf in alle kleuren en ik vrees dat al die kleuren ook op mij terechtkwamen.Ik kon mezelf niet zien natuurlijk, maar op mijn wang zat een bobbel: steentje. Er zaten er ook een paar op mijn armen, benen en achterkant. Toen ik 'af' was, dat wil zeggen, toen de verf hard geworden was, werd ik in een border gezet, tussen bloemen en struiken. De grootouders werden erbij gehaald om het werkstuk te bekijken. Die deden vreselijk hun best om enthousiast te lijken, maar ik kon heel goed zien dat ze mij een gedrocht vonden. De opa kuchte en bekeek mij aan alle kanten: 'Zo-zo, dat is een heel stuk werk, veel kleuren ook'. Hij kuchte nog een paar keer met zijn hand voor zijn mond; wedden dat hij niet wilde dat de kinderen hem zouden zien lachen? Oma klapte in haar handen, keek verder alleen met grote ogen en zei niets. Ik wist zeker dat ze mij liever niet had hoeven zien. Ik moet je zeggen: een tuinkabouter moeten zijn is nog uit te houden, een heel lelijke tuinkabouter moeten zijn is geen lolletje.Ik bleef staan tussen de hortensia's, de lavendel en de heideplanten en hoopte dat die spoedig zo snel zouden groeien dat ik tussen hun takken en bladeren niet meer te zien zou zijn. Ook hoopte ik vurig dat regen en wind me snel weer tot gewone rivierklei zouden maken, ik was tenslotte niet gebakken. Helaas ... ik had zoveel dikke lagen verf over mij gekregen dat regen noch wind vat op mij kregen.Deze vakantie was voorbij, maar er volgden er nog meer waarin ik de kinderen hoorde. Zien deed ik ze niet meer, want mijn wens voor snelgroeiende hortensia's en andere flora was uitgekomen. Ze herinnerden zich mij ook niet meer, neem ik aan. Vond ik niet erg.Hoe lang ik hier stond weet ik niet, maar het moeten veel jaren geweest zijn. De struiken verloren hun bladeren, kregen weer nieuwe, ieder jaar weer. De kinderen werden groot, woonden al in het huis, nu met hun ouders. Heel soms dacht ik dan wel eens: laten ze eens terugdenken aan die natte zomer waarin ze mij gemaakt hadden, laten ze eens komen kijken of ik er nog ben ... nee, mijn jaren waren en bleven eenzaam, maar niet alleen. De insecten in de tuin wisten me te vinden; er woonde een familie pissebedden onder mijn voeten, ook de slakken kwamen op me, was het om mijn groene jas?. En die rode kater van een huis verderop. Die pieste bijna iedere dag tegen mijn blauwe broek. Iedere 4 weken zag ik de glazenwasser, die altijd mopperde dat ik zo in de weg stond. Rare man, hij had me ook even een stukje opzij kunnen zetten. Ach ja, als tuinkabouter op zijn plek beleef je nu eenmaal niet veel.Horen kon ik nog steeds, gelukkig. Ik was het kijken naar die eeuwige hortensia's ook zo zat geworden dat ik ze liever niet meer zag. Ik hoorde de dochter terwijl ze op een bankje verderop zat met haar vriend, toen haar verloofde en toen haar man. Ik ben een tuinkabouter die niets zeggen kan, dus vraag me niet om te vertellen wat ik hoorde. Ik hoorde op een dag het geluid van een baby en begreep dat er al weer een paar jaren voorbijgegaan waren. Babygeluid werd gebrabbel, werden woordjes. Ik weet ook hoe ze heet, ze was dan ook zo vaak met haar moeder in de tuin. Haar naam is Roos.Wat heb ik een lang en eenzaam bestaan moeten doorstaan, vergeten maar niet vergaan. Het lot van een vorm uit niet-gebakken klei met teveel aan verf op het lijf.Toen kwam de dag dat aan mijn lijden een eind zou komen. Roos speelde met haar moeder in de tuin, met een bal. Het was een mooie zomerdag, zo passend bij het moment. Ik hoorde moeder en dochter lachen en joelen: gooi die bal Roos, of schop hem. Ah, dat moment waarop de bal opeens voor mijn voeten lag ...Armen maaiden tussen de struiken ... een vrouwenstem zei: oh hemeltje lief, kijk nou toch eens, hij stáát er nog. Dat lelijke ding dat je oom en ik heel lang geleden gemaakt hebben; goh, nooit meer aan gedacht.Ik werd opgetild en op het gras gezet. 'Oh Roos', zei de moeder, 'k herinner me weer die vakantie. We verveelden ons zo en toen hebben we dit ding gemaakt, we noemden het een tuinkabouter, maar eigenlijk lijkt het nergens op'. Roos ging voor me op het gras liggen, haar ellebogen erin geplant, haar kin op haar gevouwen handjes.'Mooi', zei ze, 'mooie kleuren'. Haar grote groene ogen keken heel lief naar me.'Hoe heet hij mam?' 'Wel', zei de moeder, 'je oom en ik noemden hem gewoon een tuinkabouter, we hebben toen geen naam voor hem bedacht, hij leek ook niet eens op een echte tuinkabouter'.Een kleine vinger raakte de bult op mijn wang aan, een handje aaide over mijn arm. Ik voelde me vanbinnen warm worden, of kwam het door de zon?Ik kan me goed voorstellen dat voor een kleuter het woord tuinkabouter nogal lastig is. 'Mag ik hem hebben en hem een naam geven mam?', vroeg ze. Mam zei "ja".Nog steeds met die groene stralende ogen op mij zei ze: 'jij bent zo mooi, jij hebt zulke mooie kleuren. Ik heet Roos, en jouw naam is Bouter'.Ik voelde me niet lelijk meer, want een klein meisje had me mooi genoemd, hield van mijn kleuren. In mijn grote geluk besefte ik dat schoonheid niets met een uiterlijk te maken heeft, maar dat het woont in de ogen van een ander. Deze gedachte, denk ik, gold niet alleen voor mij, Bouter. Ik denk dat het geldt voor alles en iedereen op deze wereld.
27 jul 2024 21:14
‘De lavendelvelden in Frankrijk zijn zo betoverend mooi, zodra je je er één voet inzet veranderd je leven in een sprookje’, tenminste als je de bewoners mag geloven.Hoeveel toeristen zijn hier niet letterlijk ingetrapt. Ik loop door naar mijn hostel en check in. De vrouw achter de receptie vertelt mij dezelfde legende nog een keer. Ik kijk naar haar en vraag aan haar hoe deze legende de wereld in is gebracht. De vrouw geeft mij mijn creditcard terug en gaat op de kruk zitten die achter haar staat en begint te vertellen.Volgens haar is deze legende waarheid geworden in de jaren 20 van de vorige eeuw. Een vrouw, zo wanhopig dat zij niet meer wist wat ze moest doen. Haar leven mislukte op elk front. Ze was gescheiden, omdat ze geen kinderen kon verwekken. Doordat zij gescheiden was, moest geen enkele man haar meer. Haar goede naam was door het slijk gehaald. Zij kwam uit een familie met een goede naam. Nadat haar vader had vernomen dat zijn dochter geen kinderen kon verwekken, heeft hij haar direct onterfd. Hij heeft zijn vrouw en andere kinderen opgedragen geen contact met haar te hebben.De vrouw kon nergens heen, behalve naar een huis voor vrouwen. De vrouwen die daar in zaten waren allemaal zoals zij. Vrouwen die geen kant meer op konden. Vrouwen die of gescheiden, kinderloos of verminkt geboren waren.Deze vrouwen werden overgeleverd aan de mannen die een meid zochten voor het huishouden. Vrouwen die geen familie hadden. Vrouwen die niet werden gemist door familie of een geliefde.De vrouw wilde onder geen beding als sloof moeten werken, mishandeld worden door de heer des huizes, wanneer hij te veel had gedronken.De vrouw heeft besloten om haar leven te beëindigen op een voor haar vreedzame manier.In de nacht als de maan op zijn hoogtepunt staat, loopt zij de lavendelvelden in met een flesje Arsenicum. Ze loopt naar het midden van het veld en gaat op de grond zitten, kijkt omhoog en laat haar tranen stromen. Hardop vraagt ze zich af waarom dit leven zo cru moet zijn voor haar. Wat heeft zij verkeerd gedaan, dan god zijn rug naar haar heeft toegekeerd. Op het moment dat zij zich dit afvraagt draait ze het dopje van het flesje en giet de Arsenicum naar binnen. Ze gaat liggen en sluit haar ogen in de hoop dat het nu allemaal is afgelopen en dat ze geen pijn meer kan voelen.De stralen zon schijnen op haar mooie egale huid. Haar blonde haren deinzen zachtjes heen en weer op het zuchten van de wind. Ze opent haar ogen en kijkt naar de hemelsblauwe lucht. Ze komt overeind en kijkt in het rond. Ze leeft nog? Verdwaasd kijkt ze lavendelvelden in en op dat moment hoort zij een stem van een man. ‘Alles goed met u mevrouw?’ Ze staat op en de man ondersteunt haar. Samen lopen ze naar het huis van de man waar zij een glas water aangeboden krijgt. De vrouw drinkt het glas in één teug leeg. Ze bedankt de man voor zijn hulp en loopt de landweg af. Ze vraagt zich af wat er nu mis is gegaan en zij had gehoopt dat zij nu inmiddels dood zou zijn.Ze loopt het dorp in en kijkt door een raam van een winkel naar binnen. De reflectie in het raam trekt haar aandacht. Zij ziet een vrouw zo mooi, zo elegant, prachtig haar, prachtige huid, hemelsblauwe ogen. Een vrouw van goede afkomst. Zij kijkt om zich heen, maar ziet niemand anders staan. De man van de winkel komt naar buiten en vraagt of hij iets voor haar kan betekenen. Ze kijkt de man aan met haar hemelsblauwe ogen en knikt naar de man. De man loopt naar de deur die hij voor haar open houdt. Zij stapt de winkel in en vraagt of hij een lavendelkleur jurk voor haar heeft. Hij wijst haar naar het juiste rek. Hij pakt de jurk uit het rek en geeft het aan haar. Ze betaald de man met het weinige geld dat zij nog heeft en loopt de winkel uit.Op de hoek van de straat komt zij haar vader tegen. Hij kijkt haar aan en zijn mond valt open van verbazing. Deze vrouw lijkt op zijn dochter, maar ziet er veel verfijnder uit, eleganter, sjiek gekleed. ‘Dag papa’ zegt ze en loopt verder. Haar vader kan niks anders doen dan haar nakijken.Even later komt zij de man van haar dromen tegen, een echte prins op het witte paard. Niet veel later trouwen zij en begint haar even als een ware vrouw, een echte vrouw. Een vrouw van goede afkomst.De vrouw achter de receptie staat op van haar kruk en zegt tegen me dat het slechts een legende is en loopt naar de bar.De sleutels pak ik van de balie en lop naar mijn kamer. De kamer is eenvoudig, maar schoon. Mijn koffer pak ik uit en hang mijn kleren in de kast. Fris me even op om vervolgens weer naar buiten te gaan.De legende heeft meer indruk op me gemaakt, dan ik wil toegeven. Slenterend door de smalle straatjes ga ik bij een taverne zitten en bestel een fles wijn en een stokbrood met kaas. Ik verzink in mijn gedachte als de ober mijn bestelling op tafel zet. Na een heerlijke middag ga ik terug naar het hostel.De volgende ochtend heel vroeg sta ik op en loop ik naar de lavendelvelden. Ik loop naar het midden van de velden en ga zitten. Ik ga op mijn rug liggen en sluit mijn ogen en adem diep de zoete geur van de lavendel in.Tegen de tijd dat de zon mijn lichaam begint op te warmen, word ik wakker. Ik sta op en ga terug naar het hostel om te ontbijten. Ik loop de eetkamer binnen en de mensen die al zitten kijken mij vol verbazing aan. Na enige tijd begin ik me toch ongemakkelijk te voelen en loop naar het toilet.Of je nu in de magie van lavendel gelooft of niet, maar die persoon die ik op dit moment zie in de spiegel, ben ik niet.
27 jul 2024 21:14
27 jul 2024 16:33
27 jul 2024 15:19
27 jul 2024 15:17
27 jul 2024 15:07
Een gat werd in de tijd geslagen.Werd een leegte van nooit weten.Het vlees, door de wil al aangevreten,schreeuwt tot in de eeuwigheid.Versmelt de kunst het lot met werkelijkheid.Lopen mensen door de regen van de stadLopen door het glimmen van de avondNaar de cirkelgang in een holte van de tijdHet gebouw van de opera wacht hen op, donker staat het tegen de avondhemel getekend, van alle kanten komen zij aangelopen, de mensen. Uit de hal kaatst het warme licht op de keien, het is koud en winderig maar toch gezellig, bijna huiselijk in deze kleine wereld. Buiten verstrijkt de tijd, de laatste bezoekers haasten zich nog naar binnen en dan keert het gebouw zich van de buitenwereld en de buitentijd af, en richt zich naar het inwendige verteren, waar het warm is.Daar heerst het gewone gedrentel en geroezemoes bij de garderobe. Men begroet elkaar, praat wat, maar allengs raakt de foyer leeg en alleen de natte tegelvloer herinnert aan de drukte die daar was. Hier en daar loopt nog iemand van het personeel door het beeld, maar de theaterwereld trekt zich verder terug tot achter de deuren van de grote zaal. De deuren zijn gesloten, het gaat beginnen, het gaat daarbinnen gebeuren.
27 jul 2024 15:06
27 jul 2024 15:01
27 jul 2024 12:33
27 jul 2024 12:29
27 jul 2024 12:26
27 jul 2024 09:35
27 jul 2024 09:34
Klik hier om een tekst te typen.
27 jul 2024 09:25
De wolken spelen weer een spelletje met mijn gedachten als wij door het stukje Duitse gebied op een heerlijke zondagmiddag toeren. Weinig auto’s op de weg, veel fietsers onderweg naar overal.Ik kijk naar buiten en zie een heerlijke strakke blauwe lucht met grote schapen wolken eronder hangen. Mijn gedachten maken daar dieren van, gezichten, alles wat je verbeelding je maar ingeeft. Ik denk dat ieder mens dat doet. Luisterend naar de muziek die uit de autoradio galmt en horende wat vrouwlief vertelt merk ik ineens dat ik niet weet waar het over gaat. Ik ben helemaal in gedachten over of in het niets en hoor haar verhaal aan en denk eigenlijk: “Luister ik nou al niet meer naar haar?â€Het beangstigt mij omdat het mij ineens te binnen schiet dat zij regelmatig zegt: Dat heb ik je al eens verteld!†En dan knik ik van ja, maar mijn gedachten maakt een rondedans van angst omdat ik echt niet weet waar ze het over heeft gehad en wanneer. Is dat die beroemde sleur in een huwelijk?Vandaag mag zij rijden, ik heb wat gedronken op een terras in het heerlijke zonnetje en dat tweede biertje viel ietwat schuin op de maag, voelde mij een beetje teut dus zeker niet achter het stuur. Mijn vrouw nam de teugels strak in de hand, wat ze eigenlijk altijd al deed en nam mij resoluut de autosleutels af met de mededeling “Ik rij wel terug naar het hotel!â€Bom klets en de toon was gezet. Nou ik vind het wel best, nou ik ineens aan mezelf ga twijfelen. Waarom luister ik niet meer naar haar verhalen? Geen interesse meer? Houd ik niet meer van haar? Mijn hart slaat over van paniek. Dit kan toch niet waar zijn. We hebben 3 kinderen grootgebracht, een goed huwelijk, nooit ellende of ruzie of wat dan ook.Misschien was het dat “wat dan ookâ€wel, er gebeurde nooit iets spannends bij ons in het huwelijk. Elke dag was uitgestippeld. Elke dag wist ik wat er op het menu stond. De vakanties waren al jaren naar hetzelfde hotel omdat vrouwlief zo goed met de eigenaars op kon trekken.Toen ik eens voorstelde om een keer naar Portugal te gaan met het vliegtuig vond ze het maar niets, liever met de auto had je alles lekker zelf in en bij de hand. Einde discussie, dat nog niet eens een discussie was of werd. Het gebeurde gewoon niet. Wij zouden weer naar het hotel in Duitsland gaan. En wij zouden weer elke dag gaan toeren met de auto.Dat ik niet meer naar haar luisterde, kijk daar schrok ik toch wel even van. Ik hoorde haar stem wel, maar wist niet waar ze het over had en had ook totaal geen interesse, ik zei: nee als ik dacht dat ik “neeâ€moest zeggen en “jaâ€als het ook ja moest zijn. Dus het was er toch ingeslopen. Ik ging in gedachten al dikwijls vreemd met de koffiejuffrouw op mijn werk, maar ik bedenk dat ik mijn gedachten maar eens in daden om moet zetten.Dan heb ik eens wat te vertellen aan mijn vrouw, misschien breekt dat de sleur wel, of misschien het huwelijk. Ik kijk naar buiten en zie dat de wolken meedrijven boven onze auto. En met een grote glimlach luister ik naar vrouwlief, want dit zou voor mij de laatste keer zijn dat ik aandacht aan haar zou besteden, het werd tijd dat ik mijn horizon eens zou gaan verbreden. Toch een gelukkig huwelijk?
23 jul 2024 11:13
Het leven kan rare streken met je uithalen. Het ene moment ben je een verstokte vrijgezel van bijna veertig, en voor je het weet heb je een vrouw, drie katten, en ben je je aan het voorbereiden op het vaderschap. En als je je dan afvraagt waar je de controle over je leven bent kwijtgeraakt, besef je dat je er elk moment met je volle verstand bij bent geweest.De verwekking van een kind mag dan een gezamenlijke prestatie zijn, het bouwen aan de baby is een taak voor de toekomstige moeder; tot het moment van de bevalling sta je als vader-in-spé machteloos langs de zijlijn toe te kijken. Slechts een enkeling stort zich vanaf het moment van de positief uitgevallen zwangerschapstest vol overgave op allerlei internetworkshops in een poging zich zo goed mogelijk voor te bereiden op het ouderschap. Het merendeel heeft doorgaans minder inlevingsvermogen, simpelweg door een gebrek aan bewijs. Immers, de enige tekenen van leven zijn de bewegingen in de groeiende buik van je partner en de zwart/wit close-ups van je nazaat op de pret-echo in de zesde maand. Niet zo verwonderlijk dus dat veel mannen tot de dag van de geboorte nog kampen met hevig sluimerende vadergevoelens. En zelfs tijdens de bevalling kan je als man weinig meer doen dan een rots in de branding zijn voor je partner.Maar op het moment dat je je eigen kind voor het eerst in je handen houdt, vallen alle onzekerheden van je af, en heb je er alles voor over om dat miniatuurmensje een goed leven te geven. Bovendien besef je dan dat het maar goed is dat vrouwen van nature zijn uitgerust met een overredingskracht die de man tot het vaderschap kan brengen. Immers, als het aan het instinct van de gemiddelde man lag was het snel afgelopen met het voortbestaan van de soort.Ook komen er op B-day verborgen talenten naar boven: die van vader-in-de-dop. Als was het een taak waar ik mijn hele leven op wachtte, pakte ik mijn kind meteen vol zelfvertrouwen en met een bijna aangeboren behendigheid op; dit geheel in tegenstelling tot een half jaar eerder, toen ik de kleine meid van de buren nog optilde alsof het een porseleinen popje was.Er gaat een hele nieuwe wereld voor je open als je vader bent geworden. Een wereld, die zich korte tijd beperkt tot slaap-, bad- en kinderkamer, bezaaid met een hoeveelheid medische verzorgingsproducten waar een kleine, Midden-Afrikaanse kliniek met gemak een jaar op zou kunnen draaien. Maar ook in de rest van je huis vind je volop baby-hard- en software. En je vocabulaire wordt in korte tijd verrijkt met een reeks begrippen waarvan je nog nooit had gehoord.En dan is er de kraamvisite. Iemand met een beetje familie- en kennissenkring moet toch gedurende een week of twee rekenen op een vrijwel aaneengesloten reeks bezoekjes waarbij men je overstelpt met allerlei goedbedoelde - maar soms tegenstrijdige - adviezen, waaronder de wijze raad je niet te laten verwarren door al die adviezen en vooral je eigen gevoel te laten spreken.Maar als de golf van kraamvisite eindelijk voorbij is, en de kraamhulp haar werk erop zit, val je pardoes van je roze wolk; vanaf dat moment moet je het met z’n drietjes zien te redden. Dat betekent dat je allereerst kennis moet gaan maken met je eigen kind en moet leren wat zijn favoriete volgorde is van eten, poepen, slapen en tutten. Dan pas kan je je dagelijks gaan verbazen over de ontwapeningskracht van dat kleine koppie met z’n duizend-en-een gelaatsuitdrukkingen, die onmiddellijk alle poepluiers en middernachtelijke huilbuien kunnen doen vergeten.
22 jul 2024 13:36
DAGELIJKSE GEBEURTENISSENIk moet naar de winkel, stap de straat op, de lagere school gaat net uit. Een moeder met een dochter van een jaar of vijf zijn het duidelijk niet eens over het vervolg van hun leven. Resoluut gaat de kleine de hoek om en stapt flink door. Moe wacht heel even, maar gaat dan verder. De jongedame houdt het een meter of tien vol, maar vertraagt dan duidelijk. Bij vijftien meter, knapt er duidelijk wat en met een kreet “MAMMA” rent ze terug. Beiden maakten een goede beslissing.Bij de volgende hoek kom ik een aardige jongedame tegen, een jaar of vijftig jonger dan ik, maar dat mag de pret niet drukken. Ze torst een grote witte doos op haar armen. En prompt reageer ik met “dat had je nou niet hoeven doen.” Ze lacht, “hij is wel groot hè, maar ik denk dat u niet wilt hebben wat erin zit. Het is een damesjas en nog maatje 36 ook.” Dat heeft ze goed gezien, want ik ben bijna een halve meter langer dan zij. “Trek hem dan aan, want het is berekoud.” “Nee, dat gaat niet, want ik moet hem opsturen.” Het klinkt geweldig, we zeggen gedag en gaan verder.Bij de bakker aangekomen, informeer ik bij de bakkersvrouw wanneer ik aanmerking kom voor het gouden vestzakhorloge, want ik haal al zestig jaar brood bij hen. Ze kijkt me verbouwereerd aan en ik besluit dat alle vrouwen verschillend zijn. Het is wel weer genoeg vandaag. Ik ga naar huis
22 jul 2024 13:35
Ze zit op de rand van haar bed en kijkt naar het grauwe versleten tapijt. Ik moet gelukkig zijn, houdt ze zichzelf voor. Ik heb een dak boven mijn hoofd en een deur met een goed slot. Het kost niet veel, maar het is ook niet veel. Het is hier heet en het stinkt. Eens zal ik een huisje voor mezelf hebben met een bloementuin. Een frisse slaapkamer waar ik het raam kan openzetten zonder dat de ranzige stank van frituurvet binnenkomt. Ze zucht. Eens ja. Ze is moe, zou het liefst even willen liggen, maar haar tweede baan wacht. En haar studieboeken.Het is kort na twee uur in de middag. Vanaf zes uur die ochtend heeft ze ontbijten en lunches geserveerd in het restaurantje van Jimmy. Minimumloon, maar haar opgewektheid en altijd lachende ogen bezorgen haar goede fooien. Ze noemt iedere vaste klant bij zijn naam, informeert naar familie of werk. Ze is blij met haar goede geheugen, en met de maaltijden die ze daar eet. Ontbijt en lunch. Het is bijna twee jaar sinds ze eens een avondmaaltijd heeft gegeten.Over een half uur naar de receptie van het motel aan de rand van de stad, tot tien uur 's avonds. Ze hoopt dat het rustig zal zijn en dat ze haar lessen kan doornemen. Haar naam is Jenny Close en ze is 19 jaar oud.- o -Jenny, dochter van Bert en Sue, geboren in een stadje in Arizona. Bert met een kleine garage en een voorliefde voor whiskey, en Sue de te jonge moeder die met Bert trouwde toen ze zwanger bleek en niet veel later zowel echtgenoot als kind verweet dat ze er waren. Ze had iedereen kunnen krijgen, meende ze. Net 16 en in de laadbak van Berts pick-up truck, na een aantal glaasjes en een paar halen aan Berts stickie, werd het zaad voor Jenny geplant. Het kind groeide op in een sfeer van verwijten, dronken geweld en geestelijke verwaarlozing. Sue, zelf nog een kind, beschouwde baby Jenny als een levende pop. Ze kleedde het in jurkjes met kant en roesjes en noemde het "haar babydoll". Ze speelde ermee tot ze er weer even genoeg van had. Al heel jong kreeg Jenny een aversie tegen aangeraakt worden. De hoge stem van haar moeder irriteerde haar, temeer omdat er een vreemd soort babypraat mee tegen haar werd gesproken. Ze was liever bij haar vader in zijn werkplaats en, nog geen vier jaar oud, kende ze alle gereedschappen bij naam. Sue vond haar dochter allang geen "babydoll" meer en keek nauwelijks meer naar haar om. Voor haar vierde verjaardag vroeg Jenny om een spijkerbroek. Ze werd Berts “meissie†en hoorde eindelijk normaal gesproken taal, alhoewel gelardeerd met vloeken die ze vanzelf overnam.Sue was nog geen 20 toen ze haar spullen pakte en vertrok, en Halona op het toneel verscheen. Een stevig in het vlees zittende Navajo vrouw van tegen de 40, geboren in het reservaat een paar kilometer buiten de stad. Het huis werd van zolder tot tornadokelder schoongemaakt, er werd gewassen en gestreken en er kwam goed eten op tafel. 'Je bent een zegen,’ zei Bert en Halona grijnsde. 'Dat is dan ook de betekenis van mijn naam. Alle Navajo's krijgen een naam die bij hen past.’Vloeken werden verbannen. Halona duldde geen drank in huis. Zoals zoveel Indianen had haar man zich een kapotte lever gedronken en was er jong aan gestorven. 'Naar de eeuwige jachtvelden,’ grapte Bert. Halona keek hem wat nijdig aan. 'Naar de hemel Bert, gewoon naar de hemel.'
22 jul 2024 11:25
‘Ja, maar voor hem was er nog hoop!’ Nadat hij dit gezegd had rende hij de kamer uit terwijl de tranen over zijn wangen stroomde. Beduusd liet hij mij daar achter. Hoezo, was er voor mij geen hoop meer dan? Ik bedoel, ik had de hoop nog lang niet opgegeven, ik beef vechten zolang als het maar kon. Nooit was ik een persoon geweest die alles snel opgaf, zo snel maak je mij niet klein.Langzaam open ik mijn ogen. Al weken lig ik hier in mijn bed, het grootste deel van de tijd slaap ik, maar af en toe ben ik een uurtje wakker. Waarom ik zoveel slaap weet ik niet. Evenmin weet ik de reden voor het feit dat ik hier al weken in mijn bed lig. En dan is nog de grootste vraag; Waarom staan er zoveel apparaten om me heen die door middel van verschillende snoertjes aan mij vast zitten?Af en toe komt er iemand bij me langs. Meestal is het mijn moeder, zo niet dan is het mijn beste vriend. Beide kijken ze dan treurig en als ik ze vraag wat er aan de hand is, waarom ik hier lig of waarom ik zoveel slaap, staan ze op en verlaten ze mijn kamer. Soms doe ik net of ik slaap. Dat zijn de momenten waarop ik wakker word en mijn moeder en beste vriend weer ruziën of discussiëren. Het gaat namelijk meestal over mij. Op deze manier kom ik toch nog wat over mijzelf te weten. Zo ben ik er intussen achter gekomen dat ik ziek ben. Heel ziek.En toen brak dat moment aan. Dat moment waarop ik doorkreeg dat ik niet meer lang te leven had. Ik was wakker geworden en hoorde weer twee personen schreeuwen. De twee personen die me nog altijd steunde en mij ook nooit zouden verlaten. ‘Ja, maar voor hem was er nog hoop’, was het laatste wat er gezegd werd voordat de stilte weer in de kamer terug keerde.Twee weken lang heb ik mijn moeder en beste vriend al niet meer met elkaar horen praten. Beide komen ze mij nog wel bezoeken, maar de één verlaat de kamer zodra de ander binnenkomt. In de tussentijd heb ik veel nagedacht. Ik moest een manier vinden om in leven te blijven. Zoals ik al gezegd heb, ik geef niet op. Soms hoor ik mijn moeder naast mij huilen, mijn naam zeggen en smeken om haar niet te verlaten, haar niet achter te laten zoals mijn vader een jaar geleden deed. Maar hoe graag ik ook bij mijn moeder wil blijven, hoe graag ik haar ook blij maak, het gaat me waarschijnlijk niet lukken. Begrijp me niet verkeerd, ik bedoel ik heb nog steeds hoop, ik altijd, maar ondertussen voel ik mijn lichaam steeds zwakker worden. Achter in mijn hoofd zegt een stemmetje dat het vechten nutteloos is geworden en dat ik mijzelf moet overgeven.De laatste dagen gaat mijn conditie erg achteruit. Mijn moeder huilt vaker en mijn lichaam zwakt steeds meer af. Het doet me pijn om te weten dat mijn moeder zoveel verdriet heeft, maar het doet me nog meer pijn om te weten dat ik nooit meer een oprechte glimlach op haar gezicht zou kunnen zien, wetend dat ik haar achter zou moeten laten.Ik open mijn ogen en kijk in haar ogen die rood zijn van het huilen.‘Ik houd van je,’ fluistert ze met een schorre stem. Ik tover een kleine glimlach om mijn gezicht om te laten zien dat ik haar heb gehoord en om aan te geven dat ik net zoveel van haar houd als zij van mij.Pas nu ik voor de laatste keer mijn ogen sluit, begrijp ik wat hij had bedoelt. Ikzelf was het niet, ik had de hoop niet opgegeven, hij evenmin, ook mijn moeder niet, maar mijn lichaam. Het was mijn lichaam geweest die het niet meer zag zitten en de hoop had opgegeven.
22 jul 2024 11:23
Haar geduld was op en ze raakte gefrustreerd. Al dagen lang had ze al geen gedicht afgekregen, en geen oog dicht gedaan. Vroeger kwamen de gedichten maar binnen stromen en stopte haar inspiratie niet. Maar nu.. nu lukte het gewoon niet meer. Het wou niet meer, haar woorden raakten op en haar gedachten vlogen door elkaar. Er was geen kleur, geen lied, geen bloem, geen liefde die haar vingers een gedicht lieten maken. Misschien dat het kwam omdat het nu móet. Haar eerste bundel waren haar mooiste gedichten wie ze al gemaakt had. Marko van bakker las een gedicht en wou toen wel een bundel van haar uitgeven. Het verkocht goed dus wil hij er nu nóg een uitgeven. Ze had nog gedichten maar niet genoeg. Hij had gezegd tegen haar dat ze nog 13 gedichten maken moest en dat dan de bundel kon worden verkocht. Maar juist nu, nu het móest lukt het niet. Ze liep heen en weer en dreunde een paar woorden op: ‘’ Een klein beetje liefde. Een klein beetje aandacht. Een paar lippen waar ik naar smacht.’’ Haar ogen werden groter en ze vond het wel wat. Ze liep snel naar haar bureau, pakte potloot en papier en schreef het op. Ze tikte zenuwachtig op haar papier en schreef snel verder. Het leek wel alsof haar gedachtes zich op het papier naaiden.Een klein beetje liefde,Een klein beetje aandacht,Een paar lippen waar ik naar smacht.Een klein beetje geluk,Een klein beetje zonnestraal,Dat willen we toch allemaal?Een kleine hand,…Die mijn pech doet laten weg gaan.Ze gooide haar potloot gefrustreerd op de grond. Dat gebeurde telkens weer. Telkens een zinnetje wat er niet uit wil komen rollen. Maar een paar letters die zich niet tot woorden willen laten vormen. Ze fluisterde nog even na: ‘’Gaan.. waan, gedaan, bestaan, baan, klaan.’’ Ze lachte een beetje. ‘’Klaan, klaan is niet eens een woord. Maar bestaan dat kan misschien wel eens iets zijn! Een kleine hand, een klein bestaan. Oooh yeah!’’ En toen realiseerde ze zich dat ze weer eens tegen haar zelf aan het praten was. Ze raapte haar potloot weer op en gumde de drie puntjes weer weg.Een kleine hand,Een klein bestaan,Die mijn pech doet laten weg gaan.‘’Náh.., nog maar 12 te gaan.’’ Zei ze sarcastisch. Ze leunde achterover op haar bureaustoel en sloot haar ogen, ademde diep in en toen weer uit, opende haar ogen weer en stond op. ‘’Aalright!!’’ juichte ze een beetje, trok haar blauwe jack aan, keek nog even in de spiegel en haar mooie roze lippen vormde een glimlach. Ze pakte haar sleutel van de spijker, deed de deur los en stapte naar buiten. Ze was al twee dagen niet buiten geweest. Dat kwam omdat er maar geen gedicht uit wou komen en ze had gezegd dat ze niet zal rusten tot er een gedicht klaar was. Ze wil geen leugenaar genoemd worden dus hield ze zich aan haar woord. Ze pakte haar mobiel uit haar broekzak. Het was al weer vier uur in de middag. Ze schreef snel een smsje ondertussen ze naar het huis van Ruud liep. Ze schreef: ‘’Hey, heb nu een gedicht klaar ik neem even pauze en ga om 8 uur weer verder. X Lydia’’ en stuurde het smsje naar Marko. Ze stond voor de deur van het huis van Ruud en belde aan. Ze lachte een beetje in zichzelf hij heeft nog steeds een kerst liedje als bel terwijl het al weer juni is. De deur ging open en daar stond Ruud. ‘’Heeyy!!, Lilly eindelijk je gedicht af?’’ hij stapte naar buiten en gaf haar een stevige knuffel. Ze hebben geen relatie zijn geen familie en ook geen collega’s. Hoe ze elkaar kennen weten ze niet meer.
22 jul 2024 10:43
EEN MOEILIJK BEGINTraditiegetrouw begin ik de dag met het eten van twee beschuiten. De bus is leeg, een nieuwe rol ligt klaar, maar dan begint de trouble. Het rode sliertje om het kapje er af te halen, is niet te zien, ondanks twee minuten gekrabbel aan het verontstelde begin. Dat wordt dus de schaar om een begin te prikken. Het is niet te voorkomen dat je ook de eerste beschuit raakt, die dat helemaal niet prettig vindt, maar de operatie slaagt.De eerste ligt open en bloot, zijn holletjes recht voor mij, een fluitje van een cent om hem naar het bord te verhuizen. De tweede veroorzaakt moeilijkheden, zijn holletje ligt schuin voor mij, ik moet me dus een kwart slag verdraaien om hem te pakken. Daarna wordt het heel erg, doordat het bord wat komvormig is, hoor ik gekraak als ik de eerste van boter voorzie, dat betekent inwendige breuken. Wat nu? Ik kan moeilijk naar het ziekenhuis gaan om met een MRI de scheuren te lokaliseren. Bovendien zien ze dan meteen dat ik hem met een schaar heb aangevallen. Hoe praten we dat weer recht? Ik neem het risico maar dat bij de eerste hap de jam bovenop mijn neus belandt.“Heb je niets te doen?”“Jawel ik ga een verhaaltje schrijven.”“Oké.”
22 jul 2024 10:43
stel .stel dat we alles over konden doenzou ik je dan weer zo lief hebben ?onze eerste blik, onze eerste dansons eerste gesprekzonder enige twijfel mijn liefomdat ik het altijd verbazingwekkendheb gevondendat wij elkaar tegen zijn gekomenwij, van twee verschillende wereldenzoveel verschillen , toch zoveel liefdeer zijn mensen die ik nooit meer hoefte zien.teleurstellend en jammer van mijn tijdmaar mijn eerste ontmoeting met jou ?zou ik steeds weer willen overdoenwij horen bij elkaar mijn lief en somsslaat de angst me om het harthet leven geeft ons maar zo weinig tijdrealistisch gezienstel,dat ik zonder jou zou moeten ?
22 jul 2024 10:23
SPROOKJESOp de openingspagina mis ik eigenlijk de belangrijkste categorie: het sprookje. Nu is het wel zo dat alle categorieën sprookjes zijn, maar ’ het sprookje’ heeft toch iets aparts. Voorbeelden zijn er genoeg. Wat vindt u van die wolf die zeven geitjes de klok injaagt? Dat is nog eens inpakken. Of die andere wolf die in bed gaat liggen met de pyjama van grootmoeder aan, die is toch niet helemaal oké? Een heks is eigenlijk ook niet in de bestaande categorieën onder te brengen of je moet een column over pollitieke leiders gaan schrijven, maar daar is onze verhalensite niet voor. Denk aan die heks die met vergiftigde appels langs de deuren loopt te venten, dat verzin je toch niet! Evenals die zwik kabouters die om haar bed gaan zitten terwijl zij lekker ligt te pitten.Doet me denken aan die schoonheid die dat glazen muiltje aan kon, die moet wel uit China komen. Dat houdt in dat ze al heel oud is, want kleine voetjes zijn al tientallen jaren verboden in China. Ze wordt nog gestrikt ook door een prins op een wit paard. Die kunnen we ook wel afschrijven. Van die allereerste GPS-methode geloof ik ook niks. Want hoeveel handenvol broodkruimels om een kilometer bos te behandelen, heb je wel niet nodig? Bovendien hadden ze die ouders in de gevangenis moeten stoppen, maar daar hoor je niks over. Bestaan er wel gevangenissen in sprookjes? Ik heb weer werk om op te zoeken. Tot ziens!
22 jul 2024 10:23
samen oud wordeneens zullen mijn haren niet meerzwart en krullend zijnwe zullen rimpels krijgen enonze passie zal in een rustigervaarwater komenmaar mijn gevoelens voor je zullenzullen steeds blijven groeienjij lacht en zegt dat je daar nuniet moet denkenjakkes,gerimpelde handen , en wie zegtdat we samen oud zullen worden ?het doet hem pijn als ze zo spreekthij weet , hij heeft meer liefook als haar lichaam verandert enhaar prachtige haren niet meer zoglanzend mooi zullen zijn.ze tikt hem letterlijk op zijn vingersmijn haren zullen altijd prachtig zijnheb je nog zo’n gezellig onderwerp ?dacht een leuke avond te hebben metje….als jij zo graag wilt denken overoud worden ?ga je gang , haar lange mooie benenzwaait ze uit bed .ze gaat naar benedenhij is gelijk weer in het heden. hij hadhaar zo graag verteld over hoe hij henlater samen zietzij heeft die behoefte gewoonweg nietbeneden gaat de muziek aan en hij wachtnog even. weet dat hij er uiteindelijk eenbeetje timide achter aan zal gaan.samen oud worden is wat hij werkelijk wilzij wil er duidelijk niet over praten , zelfsniet eens aan denkenwat zegt ze hem hiermee ?
21 jul 2024 08:47
Hoe lang hij al op de brug in het water stond te staren wist hij niet. Hij wist wel dat hij al maanden aan het piekeren was en nog steeds niet wist hoe het nu verder moest. Hoe kwam het toch dat hij zich niet gelukkig voelde, terwijl hij de zaken toch best op orde had. Hij was getrouwd met een lieve vrouw, had schatten van kinderen, een goede baan en een mooi huis in een leuke omgeving. Hoeveel meer had hij nodig om zich wel gelukkig te voelen?Met zijn handen diep weggestoken in zijn jaszak liep hij van de brug af om doelloos verder te dwalen in de koude nacht. Het was 24 december, kerstavond. Het vroor lichtjes en er waren weinig mensen op straat. De meeste mensen zaten behaaglijk in hun verwarmde huis, versierd met een kerstboom en kerststal. Zelfs de straten waren met lichtjes versierd, zodat iedereen in de kerststemming kon komen. Iedereen behalve hij. Hij was eerder op de avond het huis uit gegaan. ‘Om te gaan wandelen’ had hij tegen zijn vrouw gezegd. Zij had hem niet tegen gehouden, maar maakte zich wel zorgen om hem.Hij liep de ene straat in en de andere straat uit, zonder dat hij wist waar hij naar toe liep. Zonder dat hij wist waar hij was. Het werd steeds kouder en hij werd ook steeds depressiever. Wat had het leven nog voor zin, als je alleen maar zorgen kende. Niet meer wist hoe je lol moest maken, niet meer wist hoe het voelde om gewoon tevreden te zijn. En zo maalde hij maar door. Hij wilde leven voor zijn vrouw en de kinderen, maar zelfs dat was zo langzamerhand een hele opgave geworden. Bijna een opgave te veel.Hij sloeg de zoveelste hoek om en kwam terecht in een grote speeltuin. ‘Dat is een tijd geleden dat ik geschommeld heb’ dacht hij bij zich zelf. Er kwam een kleine glimlach vanwege deze herinnering te voorschijn. Langzaam liep hij langs de speeltoestellen. De speeltuin was verlicht, zodat hij het terrein goed kon overzien. Hij was hier nooit eerder geweest. Hij zou aan zijn vrouw vragen of zij deze speeltuin kende en er wel eens met de kinderen was geweest. Zelf had hij als kind veel in de speeltuin gespeeld. Hij hield niet zoveel van voetballen of cowboytje spelen. Nee, hij zat liever urenlang op de wip of de glijbaan. Zijn moeder moest hem steevast komen halen om te eten. Ach ja, zijn moeder. Ook nu verscheen er een glimlach op zijn gezicht bij de herinnering aan zijn lieve moeder. Hij had alleen maar fijne herinneringen aan zijn jeugd. God wat voelde hij zich toen gelukkig. Met niets eigenlijk, alleen met een wip en een glijbaan.Terwijl hij zo rond die speeltoestellen liep en herinneringen uit zijn jeugd ophaalde, merkte hij een klein meisje op dat van het ene speeltoestel naar de andere liep. Tijdens het spelen kraaide zij het uit van plezier. Net als hij, meer dan 30 jaar geleden. Verbaast over het feit dat een kind nog zo laat aan het spelen was, keek hij om zich heen of hij de ouders van het kind kon ontdekken. Er was echter niemand anders in de speeltuin. Alleen hij en het meisje. Langzaam liep hij naar haar toe. Hij wilde haar niet bang maken, niet laten schrikken. Zachtjes zei hij ‘hallo, hoe heet jij’. Zonder enige spoor van angst antwoordde zij dat ze Gabriël heette en dat ze helemaal alleen in de speeltuin was. Op zijn vraag waar haar ouders waren, of dat zij misschien logeerde bij opa en oma, ging zij niet in. Of ze had de vraag niet gehoord of ze deed net alsof ze de vraag niet gehoord had. ‘Ga je mee van de glijbaan afglijden’ vroeg ze hem. En zonder dat hij tijd had om te reageren pakte zij zijn hand en liep met hem naar de glijbaan. Ze klommen de trap op en lieten zich van de andere kant er weer afglijden. Daarbij slaakte zij diverse kreten van plezier. ‘Nog een keer’ riep ze naar hem. En weer klom hij, verbaasd over zichzelf, de trap op om aan de andere kant naar beneden te glijden. Zo ging dat een paar keer en hij merkte dat hij er steeds meer plezier in begon te krijgen. Ook hij begon nu te gillen en te schreeuwen van plezier, terwijl ze elkaar lachend aankeken. Na een paar minuten holden ze naar de wip. Tegenover elkaar zittend vlogen ze om de beurt in de lucht. En ook nu weer slaakten ze kreten van plezier. God wat was dit leuk.Met tranen in zijn ogen van het lachen keek hij regelmatig naar het kleine meisje. Ook zij had veel plezier. Haar glimlach had echter iets geheimzinnigs. Het was niet alleen een aanstekelijke glimlach, maar er school ook een diepgevoel van liefde achter. Een gevoel dat hij jarenlang niet meer had ervaren. Plotseling merkte hij dat zijn depressieve gedachten verdwenen waren, hij voelde zich opeens weer blij en gelukkig. En op datzelfde moment veranderde het meisje in een engel. Zij straalde een fel maar mooi en warm licht naar hem uit. Dat licht kwam als een warme deken om hem heen hangen, waardoor hij een gevoel ervaarde dat hij nog niet kende. Een gevoel dat verder ging dan liefde. Hij kon het niet beschrijven. Een gevoel dat aangaf dat hij zijn eigen strijd moest strijden, maar dat hij nooit allen was, nooit alleen stond. Hij moest er van huilen. De engel keek naar hem. Hij voelde dat zij hem iets vertelde. Een verhaal over geluk dat in hem zelf zit en niet iets is wat iemand hem kan geven of ontnemen. ‘Ontdek weer het kind in jezelf. En wees vervolgens net zo blij als dat kind, dat net op het strand een schelpje vindt.’Plotseling stond hij weer alleen in de speeltuin. Het meisje en de engel waren verdwenen. Hij had enige tijd nodig om te beseffen wat hij zojuist had ervaren. Hij kon het niet goed geloven, maar merkte onmiskenbaar dat hij zich blij en gelukkig voelde. Een gevoel wat hij al jaren niet meer had gehad. Hij herinnerde zich ook weer waarom hij zich als kleine jongen gelukkig voelde. Hij dacht toen niet veel over wat de toekomst hem brengen zou. Hij genot van het moment. Tegenwoordig maakte hij zich zorgen of het morgen nog wel net zo goed zou gaan als vandaag. Daardoor vergat hij vandaag te genieten. Hij maakte zich zorgen over dingen die misschien wel helemaal niet kwamen. Hij raakte zo verlamd door de angst, dat hij de problemen die hij wel had vergat op te lossen en hij was ook vergeten dat hij genoeg vrienden en vriendinnen had die hem daarbij wilden helpen. Dankbaar en verlicht door deze herinneringen en ervaring rende hij naar huis. Met moeite kon hij de sleutel in het sleutelgat krijgen. Zonder de deur achter hem te sluiten vloog hij zijn vrouw om haar hals. De kinderen kregen een dikke knuffel. Zijn problemen waren niet verdwenen, maar hij had zich wel herinnerd hoe hij ze kon oplossen met behulp van vrienden en familie. En hij herinnerde zich ook weer hoe hij zich gelukkig kon blijven voelen. Want het geluk was niet weg, het zat nog steeds in hem.
21 jul 2024 08:15
Met de nadruk op 'Het'.Ze droeg een warme grijze wintermantel met een echt zilvervosje als kraag, toen ze aangesproken werd door een man van middelbare leeftijd.Het gebeurde op de Albert Cuyp in Amsterdam, de grote verzamelplaats van armen en rijken, van blanken en zwarten. Soms denk ik wel eens, zo hoort de wereld vermengd te zijn. Zoals hier op de Albert Cuyp en niet zo verminkt als de werkelijkheid."Mag ik U effe wat vraoge, daome?" Zijn brillenglazen waren dik en werden omrand door een zwart en zwaar montuur. Hij had zwart sluik haar, dat door de koude regen vastplakte op zijn voorhoofd.Koud was het zeker met slechts enkele graden boven nul en regen, die twijfelde tussen natte sneeuw en water. De stad had haar uiterste best gedaan zich te tooien in het feestkleed van december, maar nu de flarden regen er de straten afsnuffelde, bleef er van het feestelijke weinig over."Kijk, daome," zei hij." ik doen mee met een actie. De actie 'voor Het kind, met de nadruk op Het. Zegt U dat wat?"Er kwam een grijsblond kort gekapt bejaard hoofdje uit de zilvervos te voorschijn. "Daar heb ik geloof ik wel eens van gehoord, ja," sprak het dametje met een allerliefst bescheiden stemmetje, " heeft dat niet iets te maken met.....""Juist ja," onderbrak hij haar," met kinderen. Maar niet alleen met kinderen van deze planeet, het heeft ook te maken met Het Kind, met de nadruk op Het, evenzeer alsmede ook eveneens met alle kinderen van deze aarde. t Is tenslotte december. Kijk-es hier daome, voor deze actie "Voor Het Kind' met de nadruk op Het, verkoop ik u deze kerstkaarten, voor het goede doel."Hij pauzeerde even en keek haar met zijn brilvergrote zwarte ogen doordringend aan. "En voor een lage prijs," voegde hij er nog aan toe."Maar," wierp het dametje tegen," gaat die actie dan niet over postzegels of zo?""Ook daome, ook. Kijk-es daome," en hij diepte een paar velletjes kinderzegels uit een verfomfaaide bruine aktetas."Alle postzegels benne een kwartje duurder as op et postkantoor. Dat komt zo. De PTT zorgt zogezeid voor alle aardse kinderen en dat kwartje d'r bovenop is voor Het Kind, met de nadruk op Het, waar evenzeer ook alsmede de kerstkaarten voor bestemd zijn.""Gut, ja, ik weet het zo niet," zei ze aarzelend en probeerde de man onderzoekend aan te kijken, maar toen hij zijn grote glasogen in de hare prikten, richtte ze snel haar blik op de langs de kramen trekkende mensen."Had ik U al gezegd, dat ze goedkoop benne? En kerstkaarten heb U toch nodig, nietwaar?"Het dametje sputterde:" Je hoort zo vaak, dat je bedrogen wordt bij zulk soort acties, hé.""Heb U zelf kinderen?" sneed zijn scherpe stem dwars door haar heen. Ze schrok van de agressieve ondertoon in die stem, en aarzelde."Nou, nou heb U ze zelf??" klonk het nogmaals, toen ze niet snel genoeg antwoordde."Gut ja....ik heb vijf kinderen en veertien kleinkinderen, maar wat hee....""Dan zou U niet zo mogen praten, daome," klonk het bestraffend," dan zou U zulke dingen niet zo mogen zeggen, weet u dat. Zelf lekker gezonde en rijke kindertjes hebben en die arme en zieke kindertjes zomaar gewoon laten barsten. Dat is asociaal, daome, heel asociaal!! En dan heb ik het nog niet eens over het Kerstkind, met de nadruk op Het. Die mag je toch helemaal nooit of te nimmer laten barsten, zeker?"Het gekapte kopje, dat zoeven nog zo fier boven het bont had uitgekeken, was weer angstig naar beneden gedoken, alsof de grijze wintermantel bescherming kon bieden.:Nou, goed dan," zei ze om van hem af te zijn, " geeft U mij dan maar een kaart en een postzegel.""Nee, daome, dat gaat niet. Daar hebben de kindertjes niks an." zei de man, " ze zitten in zakkies van vijf stuks. De kaarten benne 7,50 per zakkie en de postzegels 6,50 per velletje van zes stuks."Hij had ze al zijn tas gediept en duwde ze de oude vrouw in de handen."Dat is dan precies vijftien euro," taterde hij verder.Ze viste een briefje van tien en een van vijf uit haar beursje en wilde dat de man overhandigen. Ineens trok ze haar hand met het geld terug. "Ho, wacht U eens even, dat is veertien euro en geen vijftien.""Dat weet ik, daome, dat weet ik, maar de meeste mensen geven graag een piekie extra voor het goeie doel."Teglijkertijd gristen zijn vinger haar het geld uit de handen."Fijn daome, dank U wel, alsook mede namens de kinderen en Het kind."Hij maakte al aanstalten zich uit de voeten te maken, toen de oude dame hem vroeg:"Mag ik U eens wat vragen?""Jazeker, daome, maar m'n tijd is beperkt. De kindertjes, begrijpt U wel.""Hebt U zelf kinderen?" vroeg ze.De man aarzelde toen ze hem belangstellend aankeek."Ja," zei hij achterdochtig," ja ik heb drie kindertjes, hoezoo?""O, gelukkig," sprak de oude mevrouw," dat is een hele geruststelling.""Hoezo, doame, een geruststelling?" De man was op zijn hoede."Nou kijk," hernam de dame," als U een bedrieger bent, dan komt er in elk geval toch nog iets van mijn geld bij de kinderen terecht. Uw eigen kinderen, begrijpt U wel? Want die zullen het dan wel niet zo makkelijk hebben ....met zo'n vader. Goedenmiddag."En weg liep ze, om zich nog even om te draaien, naar de verbijsterde man, die waarschijnlijk voor het eerst met een mond vol tanden stond."Vrolijk kerstfeest voor U en Uw kinderen," wuifde ze hem toe."Krijg nou wat..." gromde de man binnensmonds, maar zijn ogen speurden alweer het trottoir af naar een volgend slachtoffer.
21 jul 2024 08:09
De Nederlandse taal is een geweldige taal. Je kunt er werkelijk álles mee zeggen. Het lichaam kan spreken zonder woorden, dat noemen we lichaamstaal.Bij lichaamstaal denkt men aan: grote ogen, hand voor de mond: schrik!Of aan stralende kalfsogen, hand ergens in de richting links bij je hart: verliefd.Wie kent het wijsvingertje niet, of de middelvinger?Daar wil ik verder niet op doorgaan.Bij de taal over het lichaam denk ik nu ook even niet aan die al die deeltjes van een mens die een compleet lichaam maken. Ik kijk naar mijn typende handen en zie nagels, vingers met kootjes. Al die uitsteeksels aan ons en al onze interne delen, al onze lichaamssappen, zijn benoemd en bekend, zeker wanneer je een dokter bent. Dat die dokters er een soort geheimtaal voor hebben weten we ook.Meteorisme, jij denkt aan hemellichamen, maar ZIJ weten dat je last hebt van winderigheid. Glossitis? Jij denk aan stralende ogen. Mis. Het is een ontsteking aan je tong.De Nederlandse taal is een heerlijke taal wanneer we het over ons lichaam hebben. Nee, jongeman, over die delen ga ik het hier niet hebben!Waar ik het nu even over wil hebben is over die lichaamsdelen die we allemaal lijken te hebben, maar waarvan we geen idéé hebben waar die zitten.Je hebt behoorlijk zitten klooien. Je vader zegt: nog één keer en je krijgt een pak op je sodemieter. Hah. Dat bedoel ik. Wáár zit die? Ergens op je achterwerk, of op je rug?'Ik zal je eens bij je lurven pakken'. Het zal er maar vanaf hangen waar die zitten en of het onprettig is om daarbij gepakt te worden.Je kladden? Weet jij het waar die zitten, vertel het me alsjeblieft.We hebben blijkbaar allemaal een 'lazer', een 'flikker', een 'donder' en een 'raap'.De Nederlandse taal kent ook uitdrukkingen die echt nérgens op slaan:We nemen 'de benen'. Mag ik even weten wiens benen we van iemand afpikken?Nu kom ik waar ik zijn wil. Laten we eens kijken wat we verder met dat lichaam (niet) kunnen:Het lijkt me niet makkelijk om een hand in eigen boezem te steken. Een hand naar andermans boezem zal nog wel gaan, maar in je eigen boezem….?Twee handen op éen buik, daarentegen, is weer wel heel makkelijk te doen. Maar niet duidelijk is wat daar het nut van is, anders dan een sensuele gewaarwording. Betekent dat: met elkaar samenwerken? Dan kan je beter maar snel die handen van die buik afhalen.Ook een beetje vreemd is: iemand aan de haren erbij slepen. Dat is nog nooit gebeurd, en dat zal ook nooit gebeuren. Dat kan namelijk in werkelijkheid niet. Probeer het, en je hebt je handen vol haren terwijl die iemand daar nog steeds ligt.Denk ook eens aan: iemand een hart onder de riem steken. Heeft die iemand geen hart of zo? Dan is ’ie dood en heeft ook geen riem meer nodig. Bovendien zit zo’n riem echt niet op harthoogte om je lichaam.En welke idioot gaat er proberen zijn huid te verkopen? Zijn huid zelfs dúúr te verkopen. Wat heeft dat voor nut? Denk je dat je zonder huid nog lang zult leven? Of ga je dan een huidtransplantatie kopen met het geld dat je met je huid verdiend hebt?Probeer ook maar eens iemand een oor aan te naaien. Echt dan hè, met naald en draad. Ik denk dat die iemand jou niet lang laat naaien. Dat is zo afgelopen.Hetzelfde geldt natuurlijk voor: iets in je oren knopen. Hoe doe je dat in hemelsnaam?Ik moet ook de eerste nog zien die met zijn oren staat te klapperen. Nooit gezien, behalve een olifant.Dat is een rib uit mijn lijf. Dat gold heel mooi voor Adam die Eva kreeg, maar ook al zal ik alles wat ik heb kwijtraken, mijn ribben zal ik houden.Mensen die dronken zijn praten met dubbele tong. Nou, geloof het maar niet. Trek zijn bek maar open, kijk heel goed tussen dat valse gebitje door: je ziet maar één tong.Iemand met de nek aankijken, ook zoiets bijzonders. Vergelijkbaar met: ogen in je achterhoofd hebben. Bestaat niet! Geen van beide. Bovendien: wat heb je er aan?Het vel over de oren halen? Wie doet dat? Bij wie doet ‘ie dat? Lukt dat dan?Tussen neus en lippen? Daar zit een bovenlip. So what? Laat maar lekker zitten, maar je kunt er niets mee. Zeker niet terloops iets duidelijk maken. Daarvoor moet je zijn bij: tussen neus en kin.Het maritieme ‘Met de kloten voor het blok zitten’ lijkt me een zeer pijnlijke en moeilijk uitvoerbare lichaamsoefening. Wie wil dat nou doen, en waarom.Wie kan uitleggen wat betekent: iemand de ogen uitsteken? Met een mes bij iemand de oogbollen los pulken? Is dat een manier om die iemand jalóers te maken? Onmogelijk en ondenkbaar! Die iemand wordt witheet, hij zal zich met hand en tand verzetten en met zijn aanvaller op de vuist gaan.En wie gaat er nou het puntje van zijn tong afbijten als hij iets niet wil zeggen? Die houdt toch gewoon zijn mond dicht, of zijn kiezen op elkaar, of hij zwijgt als het graf, of hij snoert zichzelf de mond. Maar zijn tong afbijten zal nooit gebeuren.Als iemand te veel gedronken heeft, dan kan hij van alles hebben, behalve een snee in zijn neus. Wie snijdt hem in zijn neus? Zelf kijkt hij wel uit. Hij zal een stuk in zijn kraag krijgen, maar hij zal zichzelf nooit in zijn neus snijden.De Nederlandse taal is een grappige taal, dat heb je hierboven kunnen lezen. Al die uitdrukkingen gebruiken we zonder er verder bij na te denken.
21 jul 2024 08:09
MoordenaarHet was een aardig appartementje, dat ze gehuurd hadden in de buurt van de Chiemsee in Beieren. Weliswaar lag het onderkomen op de eerste etage, maar daar stond tegenover dat we wel een aardig balkon hadden op het Westen, zodat ze elke dag konden genieten van de ondergaande zon achter de bergen in de verte. De prachtige avondkleuren weerspiegelden in het water van de Chiemsee, een groot en langgerekt meer, waar vele watersporters hun el dorado vonden. Ze hadden zich zojuist een wijntje ingeschonken en de meegebrachte tuinstoelen klaargezet. Het paste precies op dat balkonnetje, een klein tafeltje uit de slaapkamer stond tussen de stoelen in. Er bleef nog net ruimte genoeg over om achter de stoelen langs, door de openslaande deuren naar binnen te gaan. Een éénkamerappartement dat ze gehuurd hadden via een vaag reisbureau op de Weteringschans in Amsterdam. De driezitsbank moesten ze 's avonds uitklappen tot bed.“Nou proost dan maar, Jo,†zei de man.“Jan santjes, Jaap,†zei ze, “wat zitten we hier lekker, hè.â€Dat vond Jaap ook en hij graaide zonder te kijken in de cellofanen zak met chips. Een vredig tafereeltje zo in de beginnende avondstilte. Jopie wou net even de ogen dichtdoen, toen ze werd gealarmeerd door een geluidje dat steeds dichterbij kwam. En toen ineens, was hij er, de hoornaar, de grote killerwesp met zijn zware bromgeluid. “O god, jezus een moordenaar!!†gilde ze. Ze vloog uit haar stoeltje, dat achterover kantelde tegen de opengeslagen balkondeur, schoot als een pijl uit de boog de kamer in en schoof met een zware dreun de schuifpui dicht. Vanachter het raam schreeuwde ze nog:â€Jaap, kijk uit een moordenaar!!!â€â€œAch mens, stel je niet aan....voor zo'n klein beessie...hier hup weg ermee...†riep Jaap en hij haalde uit naar de hoornaar. Wat je dus juist niet moet doen als je in de buurt van zo'n beessie bent is uithalen, want daar zijn die beessies niet van gediend. Ook deze niet. In plaats van te vluchten viel hij aan op Jaap, die probeerde opzij te stappen, maar over het hoofd zag dat het balkonnetje vrijwel geheel gevuld was met meubeltjes, waarvan er een achterover lang. Bijna lag ook Jaap achterover, maar hij wist zich staande te houden. Hij schoof het tuinmeubilair zo ver mogelijk naar voren, terwijl de hoornaar een nieuw aanval inzette. “Godsklere, wat een kreng...†riep Jaap.“O gottegot, jongen toch...â€, riep Jo.Jaap begon wild om zich heen te meppen zonder de hoornaar te raken, waardoor ook bij hem een lichte paniek begon toe te slaan. “ Doe die deur eens open!†riep hij. Achter de glazen deur zag hij de holle angstogen in het gezicht van zijn vrouw. Ze schudde nee met haar hoofd en drukte de deur in het nachtslot. Jaap rende van links naar rechts over het balkon, sloeg op de glazen deur en schreeuwde dat ze open moest doen. Maar Jo durfde dat niet uit angst dat de moordenaar wel eens binnen kon komen. Haar hoofdje bleef maar nee schudden, terwijl ze volledig gebiologeerd naar het rennen van Jaap keek. “Daar!!!â€schreeuwde ze,â€vlak achter je!!!†Jaap draaide zich bruusk om en zag de horenaar laag in de buurt van zijn blote benen. In een fractie van een seconde was hij op de stoel gesprongen. Wat kan een mens op leeftijd nog snel zijn, als het er om gaat. De hoornaar zag zijn kans schoon en stak hem vlak boven de knie, net onder de pijp van zijn korte zomerbroek. Een wespensteek doet zeer, maar die van een hoornaar is nog wel tien keer erger. Jaap slaakte een doodskreet, probeerde nog verder achteruit te gaan en viel over de rand van het balkon. Een wegstervende schreeuw en een doffe plof bevestigde dat hij was geland in de lage struiken. Een ogenblik was er een tastbare stilte. Achter het veilige glas van de balkondeur stond Jopie aan de grond genageld en slaakte hese hoge gilletjes, terwijl ze met beide handen wapperde alsof ze een opvlieger had. Totaal verstard, als een beeldhouwwerk bleef ze daar staan. Ze stond er nog toen de deur open ging en een grommende Jaap hinkend de kamer inkwam. Hij viel neer op het bed, dat ze uit gemakzucht niet meer tot bank terug hadden gebouwd. Samen bekeken ze zijn been, waarop een lelijke zwelling aan het licht kwam, die steeds maar groter werd. Jaap begon te kermen van pijn en angst. Jopie besloot, eindelijk kordaat, het alarmnummer te bellen dat naast het hoofdeinde van het bed op het nachtkastje lag. “Schnell kommen!! Mein Mann is van balkon nedergedunderd!!†Gelukkig werken die Duitse instanties 'gründlich und pünktlich' en enkele minuten later stond de ambulance voor de deur. Al gauw werd vastgesteld, dat het been van Jaap zo goed als zeker gebroken was. Dus daar ging hij, op de brancard, in sneltreinvaart naar het ziekenhuis van Seebrück. Weg vakantie, weg glaasje wijn bij zonsondergang en vooral weg harmonie tussen man en vrouw, want hij was woedend, zeg maar duivels, op Jopie omdat ze niet had binnengelaten. Hebben ze niet meer met elkaar gesproken, tenminste Jaap niet, want Jopie wist niet waar ze het zoeken moest van de spijt. Ze deed haar uiterste best om het Jaap zoveel mogelijk naar de zin te maken. Dat bleef ze doen, ook toen hij na een nacht hospitaal in de rolstoel weer naar 'huis' mocht. Omdat de vakantie nu toch al verpest was besloten ze terug naar Amsterdam te gaan. De rolstoel mocht hij meenemen en in Amsterdam inleveren, wanneer hij hem niet meer nodig had. En Jopie zich maar uitsloven, koppie thee op bed, biertje op tijd, krantje bij het ontbijt, bakkie koffie als hij zin had...noem maar op of Jopie deed het. Ze vervulde zogezegd al zijn wensen, allen maar om haar nalatigheid goed te maken. Ook toen zijn gips er na zes weken mocht, bleef Jaap in de rolstoel en verzorgde Jopie hem als de sultan van de Weteringdwarsstraat. Je zou zeggen, dat Jaap toch na drie maanden wel weer zou moeten kunnen lopen, maar nee hoor, Jaap niet. Hij wist het te rekken tot een kleine zes maanden voordat Jopie eindelijk argwaan kreeg. Kijk, Jopie is een simpele meegaande en verzorgende vrouw, maar ze heeft ook haar grenzen. En als die grenzen bereikt zijn, berg je dan maar voor diezelfde vrouw. Toen ze eenmaal in de gaten had, dat ze al maandenlang door die zielige mankpoot belazerd was, trok ze haar plan. “We gaan boodschappen doen,†sprak zij op een toon die geen tegenspraak duldde. Toen ze hem zijn jas zwijgend en dreigend had aangedaan plaatste ze zich achter de rolstoel. Jaap voelde de spanning en er groeide een bang gevoel in zijn hoofd. “Mens, wat heb je toch?â€vroeg hij nog voordat ze de trap bereikt hadden. “Moet jij eens opletten, wat ik hebâ€, zei ze met duidelijk ingehouden woede. Boven aan de trap hield ze halt. De traplift, die tijdelijk was geïnstalleerd stond beneden. Ze zuchtte diep en zei:â€Zo.... en nou lopen, kreng dat je d'r bent.†Jaap wist niet wat hij hoorde. Zo had ze nog nooit tegen hem gesproken. “Ja maar je kan die lift toch wel even....†Verder kwam hij niet, want hij voelde hoe de rolstoel van achter omhoog getild werd. “Lopen, zeg ik je!!†klonk het snauwend, “Lopen, anders sodemieter ik je met stoel en al de trap af!†Jaap wist niet hoe snel hij de trap af moest rennen, voor zover zijn benen hem konden dragen vanwege de verzwakte spieren,. Maar goed, hij kwam beneden. Jopie volgde met de rolstoel, terwijl hij zijn zere benen stond te wrijven. Ze deed de voordeur open, zette de stoel op straat en ging er in zitten. “Zo,†zei ze ferm,â€en nou rijden, rotzak. De komende zes maanden ben ik aan de beurt. Schiet op rijden, anders gil ik de hele buurt bij mekaar!â€â€œGut meid, wat heb jij nou?†vroeg de passerende buurvrouw. “ Ik ben in een val getrapt en nou moet ik zes maanden met mijn been omhoog,†zei ze. “ Nou hoe zit het? Douwen we nog of moet ik zes maanden voor de deur blijven zitten?â€Het was me de vakantie wel. Samen waren ze er toch een jaar zoet mee.